Overige invasieve exoten - planten
Amerikaanse eik
De Amerikaanse eik komt oorspronkelijk uit het oosten van Noord-Amerika en werd in de 19e eeuw in Europa aangeplant als sierboom. Later is de Amerikaanse eik ook op grote schaal aangeplant in bossen in onder andere Nederland en België als snelgroeiende boomsoort. Echter, met name op zandgronden gedraagt de Amerikaans eik zich invasief en verdrukt de soort meer langzaam groeiende inheemse soorten, zoals inlandse eik en grove den. Hierdoor kan de soort op sommige locaties het gehele bos domineren. De soort verjongt zich eenvoudig en massaal via zaad. Bovendien lopen afgezaagde stobben weer snel en vitaal uit. Dit maakt bestrijding van de Amerikaans eik moeilijk.
Amerikaanse vogelkers
De Amerikaanse vogelkers kwam in de 17e eeuw vanuit Amerika mee naar Nederland als sierboom. Maar de boom plant zich zo succesvol voort dat hij ook wel bospest wordt genoemd. Al decennia proberen terreinbeheerders de vogelkers te bestrijden, maar dat blijkt niet eenvoudig. Bij de bestrijding in bossen krijgt de ecosysteemaanpak, of systeemgericht beheer steeds meer aandacht. Het functioneren van het ecosysteem en het realiseren van de beheerdoelen staan hierbij centraal en niet de aanwezigheid van de exoot.
Canadese en Late guldenroede
Guldenroedes behoren tot de composietenfamilie. In Nederland komen drie soorten voor, waarvan er twee exotisch zijn: de Canadese guldenroede en de Late guldenroede. De Echte guldenroede is inheems. De Guldenroedes kunnen dichte vegetaties vormen waardoor inheemse soorten worden verdrongen. Uitsteken en begrazen zijn effectieve bestrijdingsmethoden maar langjarige nazorg is noodzakelijk.
Cotoneaster-soorten (Dwergmispel)
De Cotoneaster-soorten (Dwergmispel) komt van nature voor in de gematigde streken van Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Azië. In Nederland zijn Cotoneaster-soorten populair als sierplanten. Het is een agressieve groeier die de inheemse vegetatie verdringt. Bovendien zijn alle delen van de plant, met name de vruchten, licht giftig. Verschillende Cotoneaster-soorten zijn bezig met een opmars in Nederland. Nu ingrijpen voorkomt dat er meer haarden ontstaan.
Gele bieslelie
Gele Bieslelie is een wintergroene vaste plant met zwaardvormige, grasachtige, grijsgroene bladeren en een polvormende groei. Op dit moment komt de Gele bieslelie nog maar op een beperkt aantal locaties voor, maar de verwachting is dat deze soort zich snel uitbreidt. De plant vermeerdert zich vooral via het wortelstelsel en kan op die manier grote gebieden koloniseren.
Japanse duizendknoop
De Japanse duizendknoop verspreidt zich razendsnel. Niet voor niets wordt hij tot de meest invasieve exoten gerekend. Door zijn sterke groeikracht verdringt de duizendknoop inheemse plantensoorten èn zijn sterke wortelstokken en stengels kunnen schade veroorzaken aan bouwwerken, leidingen en wegen. Japanse duizendknoop groeit op zeer uiteenlopende plekken zoals spoordijken, braakliggende terreinen, wegbermen, rivierkribben, bosranden en beekoevers.
Javaanse peterselie
Van oorsprong komt de Javaanse of Japanse peterselie uit Zuid-, Zuidoost- en Oost-Azië en Australië, waar de plant ook verbouwd wordt als groente. Javaanse peterselie wordt in de Verenigde Staten als een invasieve soort aangemerkt die grote ecologische, economische en maatschappelijke schade aanricht. Verwildering in Europa komt nog weinig voor maar de verwachting is dat de soort zich ook hier invasief kan gaan gedragen.
Papiermoerbei
Papiermoerbei komt oorspronkelijk uit Oost-Azië en is als decoratieve plant geïntroduceerd in tuinen en parken. Het is een agressieve groeier die de inheemse vegetatie verdringt. Verwilderde exemplaren zijn nog maar op een paar plekken in Nederland waargenomen. Nu ingrijpen voorkomt dat er meer haarden ontstaan en de soort zich alsnog invasief gaat gedragen.
Pontische rododendron
Pontische rododendron is een invasieve exoot die oorspronkelijk in Zuid-Europa en Zuidwest-Azië voorkomt. In de 18e eeuw is de soort naar Nederland gehaald als sierplant en sinds 1900 is hij gaan verwilderen. De soort vermeerdert zich zowel vegetatief als via zaden. Pontische rododendron groeit vooral op vochtige, min of meer zure grond op buitenplaatsen en in bossen.
Rimpelroos
Rimpelroos is een invasieve exoot die van oorsprong in Zuidoost-Siberië, Japan, Korea en Noordoost-China voorkomt. In Nederland wordt de rimpelroos vaak aangeplant in openbaar groen en wordt de soort veel gebruikt in de sierteelt. Met name in de duinen vormt rimpelroos een groot probleem. Het is een agressieve groeier die de inheemse vegetatie verdringt.
Trosbosbes
De uit Noord-Amerika afkomstige blauwe bes of trosbosbes is naar Nederland gehaald voor het kweken van blauwe bessen. Vanuit kwekerijen is de soort naar hoogvenen en natte heidegebieden verspreid waar hij de bijzondere en karakteristieke flora en fauna bedreigt. Deze terreinen zijn vaak moeilijk toegankelijk waardoor bestrijding lastig is.
Watercrassula
Watercrassula is een invasieve waterplant afkomstig uit Australie en Nieuw-Zeeland en ingevoerd als vijverplant. Door dumpingen is de plant in de natuur terecht gekomen en verwildert. In Nederland komt Watercrassula vooral voor op aflopende zandige oevers die tijdelijk droogvallen. Door dichte zodevorming boven water kunnen watergangen helemaal dichtgroeien.