Canadese en Late guldenroede

Guldenroedes behoren tot de composietenfamilie. In Nederland komen drie soorten voor, waarvan er twee exotisch zijn: de Canadese guldenroede en de Late guldenroede. De Echte guldenroede is inheems. De Guldenroedes kunnen dichte vegetaties vormen waardoor inheemse soorten worden verdrongen. Uitsteken en begrazen zijn effectieve bestrijdingsmethoden maar langjarige nazorg is noodzakelijk.

Hoe herken ik Canadese en Late guldenroede? 

Canadese guldenroede (Solidago canadensis) en Late guldenroede (Solidago gigantea) zijn te herkennen aan de pluimvormige bloeiwijze met kleine gele composietbloemetjes. De guldenroedes bloeien van juli tot in de herfst (september / oktober). De zaden worden door de wind verspreid en blijven 1 tot 5 jaar kiemkrachtig. Ook kunnen de guldenroedes zich verspreiden via worteluitlopers. 

De stengels van de planten staan rechtop en de planten worden tot ongeveer 1,5 meter hoog. De bladeren zitten verspreid aan de stengel en zijn langwerpig tot lancetvormig met een fijn gezaagde bladrand. De onderkant van de bladeren van de Canadese guldenroede is behaard en groen, de onderkant van de Late guldenroede is meer blauwgroen. Canadese guldenroede is wintergroen. De stengel van de Canadese Guldenroede is helemaal behaard, die van de Late guldenroede alleen bij de bloemen. 

Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten

Grote foto: Wikimedia Commons, Katrin Schneider.

Herkomst – Waar komt Guldenroede vandaan? 

Canadese en Late guldenroede zijn oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Amerika en zijn als sierplant naar Europa gehaald. Vanuit tuinen zijn de soorten verwilderd. De pluimvormige bloemen worden veel verwerkt in bloemstukken.  

Verspreiding – Waar komt Guldenroede voor? 

De Canadese en Late guldenroede komen voor op vochtige tot natte plekken die (matig) voedselrijk zijn, zoals langs waterkanten, bosranden, ruigtes, spoorwegen en in bermen. De soorten houden van plekken waar de grond omgewerkt is.  

Risico’s - Wat zijn de problemen? 

Via worteluitlopers kunnen de planten zich snel uitbreiden. De wortels scheiden stoffen uit die de groei en ontwikkeling van andere planten belemmerd (allelopathie).  Vooral in gebieden waar de bodem bewerkt is, bijvoorbeeld in het kader van natuurontwikkeling, kunnen Canadese en Late guldenroede dominant worden en dichte vegetaties vormen waardoor inheemse soorten worden verdrongen.  

Daarnaast is er een gezondheidsrisico: bestuiving vindt in principe plaats via insecten, maar Canadese guldenroede produceert zoveel pollen dat deze pollen ook in de lucht kunnen komen. Mensen die daar gevoelig voor zijn, kunnen daar heftig allergisch op reageren.  

Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?

Verdere verspreiding kan worden voorkomen door de reeds in de natuur aanwezige planten te verwijderen en nieuwe introducties via zaden of worteluitlopers vanuit tuinen en andere omringende percelen zoveel mogelijk te voorkomen. Bij verwijdering van de al aanwezige planten, dient zorgvuldig omgegaan te worden met de wortelstokken, omdat hieruit weer nieuwe planten kunnen ontstaan. 

Canadese en Late guldenroede zijn te koop via tuincentra en online. Particulieren worden via “Tuin er niet in” opgeroepen om een alternatieve soort te kopen, zoals de inheemse Echte guldenroede (Solidago virgaurea).  

Echte Guldenoede (Solidago virgaurea) Foto Wikimedia Commons, Frank Förster
Echte Guldenoede (Solidago virgaurea) Foto Wikimedia Commons, Frank Förster

Beheersing en bestrijding – Welke methoden zijn er?

Planten kunnen handmatig worden uitgetrokken of met de schop of spade uitgestoken worden. Dit gaat het makkelijkst als de bodem wat vochtig is. Het uitsteken met een schop zal effectiever zijn, omdat de wortels dan beter verwijderd kunnen worden. Achtergebleven wortels kunnen namelijk weer uitlopen. Daarom is nazorg altijd noodzakelijk. 

Wanneer de haard te groot is voor het handmatig uittrekken of uitsteken, kan ervoor gekozen worden de haard te maaien. Dit dient tweemaal per jaar gedaan te worden (mei en augustus) om zaadzetting te voorkomen. Tsjechische onderzoekers schatten in dat maaien minstens 5 tot 7 jaar volgehouden moet worden om de planten uit te putten. Zaden kunnen tot 5 jaar kiemkrachtig blijven. Na maaien of uittrekken/uitsteken kan ervoor gekozen worden de locatie in te zaaien met een inheems kruiden/gras mengsel om voor concurrentiedruk te zorgen.  

Guldenroedes kunnen wel gegeten worden door grazers, zoals schapen en koeien. Maar guldenroedes hebben niet hun voorkeur. Gecombineerd met maaien kan begrazing wel een effectieve methode zijn.

Onderzoek - Welke methoden zijn nog in ontwikkeling of onderzoek?

In China is onderzoek gedaan naar biologische bestrijding waarbij Canadese guldenroedes behandeld met een schimmel (Sclerotium rolfsii). Alleen toedienen van de schimmel was niet voldoende, in combinatie met afknippen en/of schoffelen werden wel goede resultaten behaald. Bij jonge planten warden betere resultaten behaald dan bij volwassen planten. Deze methode is in Nederland niet toegelaten.  

Wet & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?

De Canadese guldenroede en Late guldenroede staan niet op de Unielijst van invasieve exoten. Dat betekent dat er geen wettelijke plicht is deze soorten te bestrijden, maar dat neemt niet weg dat terreinbeheerders al wel bezig zijn met het nemen van maatregelen om schade en overlast zoveel mogelijk te beperken. 

Waar vind ik meer informatie?